Het is de eerste dag dat ik weer de weg op kan en mag, ongeacht het KNMI aangeeft thuis te blijven wegen Storm Corrie, welke, zo geeft men aan overigens zeer verraderlijk kan zijn. Het is goed met je, komt bij mij boven. Twee jaar Corona werkt mij inmiddels enorm op mijn zenuwen en Nyenrode geeft aan dat we, weliswaar met mondkapje, toch fysiek worden verwacht op het eerste college; ethisch leiderschap. Mijn interesse voor vanavond is dat tijdens stakeholder management issues we te maken krijgen met veel verschillende leiders. Ieder denkt op zijn beurt ethisch te zijn en heeft een bepaald inzicht en een bepaalde tactiek waarmee de eigen normen en waarden tot duidelijkheid worden gebracht. De hoogleraar ethisch leiderschap van vanavond, Edgar Karssing, geeft aan dat ethiek te vergelijken is met het kijken door een caleidoscoop. Weet je nog, zo’n buis waar je doorheen kunt kijken en wanneer je eraan draait de mooiste kleuren ziet verschijnen. Je kijkt erin en je vergeet even de harde werkelijkheid. Een ervaring vergelijkbaar met hoe uitvinder David Brewster het ding zelf heeft beschreven; Mooi, vorm en toeschouwer (Grieks: kalos, eidos en scopos). De toeschouwer ziet de wereld door de bijzondere vorm net wat mooier. Althans, daar gaan we van uit. Wat je ziet en wat je zelf mooi, prettig of interessant vindt is natuurlijk aan jou en het kan een gedeelte bepalen van de purpose of wel het doel van je leiderschapsstijl, of de manier van jouw gevormde bedrijfscultuur. De mooie dingen willen zien of durven doen heeft te maken met “De goede dingen doen, op de juiste manier”. Het afgelopen, zeer bizarre jaar heeft een aantal vormen van onethische ethiek aan het licht gebracht, waarbij leiders, of mensen die dachten leiders te zijn, vanuit eigen waarden vreemden normen gingen hanteren. De voorbeelden zijn teveel om op te noemen: van Epstein naar de toeslagen affaire en helaas niet stoppend bij ons populaire “zet mij in de spotlight”-programma The Voice. In de omgang met je stakeholders hoop je een leider tegen te komen die een norm gebruikt welke grensverleggend is en/of baanbrekend op een, in alle aspecten, positieve manier.
Als we tijdens college in groepjes van vier worden verdeelt en met elkaar het dialoog aangaan, wordt direct duidelijk dat een definitie vinden voor wat ethisch leiderschap nu precies is, niet zo gemakkelijk blijkt te zijn. Natuurlijk komen we met de uitspraken welke je mag verwachten van de nette burgers die we vinden dat we zijn. We geven aan dat duidelijke, eerlijke en transparante competenties en natuurlijk een hart voor de medewerkers met een goed, net geen tranen trekkend, verhaal een must is voor ethisch leiderschap. We roepen zelfs namen van historische figuren die we goed en slecht vinden, waarbij Hitler natuurlijk aan de slechte kant staat en Gandhi daar recht tegenover. Interessant om te vermelden is dat Hitler overigens wel werd geïnspireerd door verschillende Indiase aspecten, zoals het gebruik van het swastika kruis, wat oorspronkelijk staat voor levenskracht en geluk. Gandhi was in zijn tijd een voorstander van een eigen land voor de Moslims. We kunnen bijna zeggen dat de goeroe Gandhi het land Pakistan schiep. Voor de Moslims was Gandhi een Hindoe leider, maar werd in eigen kringen door een grote aanhang gezien als een doorn in het oog. Door zijn ongewone manier van denken kwam bij de laatste groep hindoe aanhangers langzaam een vorm van Moslim fobie naar boven. Een fobie voor een andere specifieke groep mensen zagen we rond dezelfde tijd in Duitsland ontstaan, het antisemitisme. In een brief van Gandhi naar Hitler probeert Mahatma indruk te maken, of in ieder geval op een respectvolle manier aan te geven dat Adolf de situatie anders zou moeten gaan bekijken. Helaas is dit, zoals je al kan raden, niet gelukt en is de rest geschiedenis.

Het lijkt erop dat er in de tussentijd maar weinig leerpuntjes uit die periode zijn opgenomen door onze alledaagse samenleving: er is nog steeds altijd wel ergens een oorlog of ander soort ellende. Is er geen leider aanwezig om de wereld een stukje beter maken? Of is dienend leiderschap lastiger dan we denken dat het is? Karssing geeft na ons korte dialoog aan dat eigen belang of de keuze tussen sociaal/publiek belang verschillen van elkaar. Dit werd de afgelopen twee jaar ook zichtbaar bij het liberalisme, een voorstander van eigen belang, tot er dan een pandemie optreedt en er netjes wordt verwacht om naar het grote publieke belang te kijken. ‘Deugen mensen dan wel?’, zou je je gaan afvragen. Natuurlijk deugen mensen. Dit hebben we van Rutger Bregman geleerd, die dit op een interessante wijze in zijn boek aangeeft. Karssing daarentegen, geeft in een kwadrant aan dat de meeste mensen in het linker bovenvlak zitten van neutraal zijn, ofwel amoreel (zie onderstaand figuur). Amoreel zijn is niet zo vreemd zegt Karssing als we, zoals wordt aangegeven, gevoed worden door overheden die mogen stelen (belasting innen) en oorlog voeren (legaal de baas spelen) en ook nog eens de macht hebben om dit als ‘normaal’ en daarmee automatisch goedgekeurd neer te zetten, waarbij deze personen die de koers bepalen op dat moment zelf in ethisch handelen blijven geloven. Terug naar het kwadrant. Is het dan zo dat alle mensen die bepalen en beïnvloeden links boven zitten? Amoreel, is dat niet zonder ideeën over goed en slecht nadenken en/of uitvoeren? Ook ik betrap mijzelf er wel eens op dat ik niet goed in kan schatten of dingen nu goed of slecht zijn. Een voorbeeld durf ik wel te delen. Toen de burgemeester van Amsterdam, onze welbekende Halsema, op de dam stond te protesteren tijdens een BLM (Black Lives Matter) demonstratie, maar dit zonder mondkapje deed nadat een paar uur voorafgaand de gehele horeca in Nederland hun deuren moest sluiten, wist ik op dat moment niet wat goed of slecht was. Natuurlijk, een demonstratie tegen buitenproportioneel geweld van wie dan ook kan nooit als goed worden omschreven of worden geaccepteerd. Een demonstratie voor een incident wat zich in de VS heeft afgespeeld en op basis daarvan hier te gaan demonstreren is weer een ander verhaal (of in ieder geval voor mijn beeldvorming). Vindt dit buitenproportionele gedrag ook in Nederland plaats op een zelfde wijze, de beelden van Amerikanen burgers renende over straat, zeggen mij van niet. Is het Nederlandse politiekorps uitsluitend opgesteld uit witte personen? Het was voor mij lastig in te zien waarom een gebeurtenis in een land aan de andere kant van de grote plas zoveel teweeg bracht (hier kan ik niet om liegen, al zou menig ander het wellicht op een andere manier hebben ontvangen). Daarentegen had ik wel veel empathie voor de, bij de KvK ingeschreven, ondernemer die de toko dicht moest doen om verspreiding van het corona virus te voorkomen, terwijl dus de burgerdame van Amsterdam zonder mondkapje met een menigte op de dam aanwezig was en een heel duidelijk mening verkondigde. Nogmaals, op dat moment kon ik lastig bepalen wat ik nu goed vond en wat slecht. Het blijkt zo, verteld Karssing verder, dat we allemaal op zijn tijd hypocriet zijn en wie bepaald dat het ene hypocrisie beter of slechter is dan het ander? Om weer vanuit mijn eigen oogpunt te spreken, vond ik dit meer dan logisch klinken.
De noodzaak om op een redelijke manier ethisch te zijn is wel, zelfs zeer, gewenst als we samenwerken. Het achterhalen van de wensen en belangen van alle stakeholders blijft een interessante tijdsbesteding en/of gespreksonderwerp. Gaan we vreedzaam samenleven en vruchtbaar samenwerken, ongeacht de eventuele conflicterende belangen? Het is bijna “To be or not to be? That’s the question”.
Ethiek blijft machtig interessant, vooral nauwlettend op de uitspraak van Aristoteles, die al aangaf dat Etos geen wiskunde is. Wiskunde is logisch en ethiek niet. Ethiek dat kan niet kloppen, zoals een klok van 1 naar 2 enzovoorts, maar ethiek is een kompas welke je in de juiste richting zou moeten wijzen. Het zou goed en fout op tijd moeten aangeven en het subjectieve (samen) en/of het subjectief (je ego) moeten kunnen filteren en op de juiste dosis op tijd aan moeten passen. Even later krijgen we te vernemen dat, als je een ethische leider wilt zijn, zou je kunnen kijken of de volgende vragen helpen om de juiste keuzes te maken. Kan het (technologisch), loont het (financieel-economisch) en mag het überhaupt (juridisch)? Is dit wat ik zelf wil (ethisch)? Kom je er niet uit om wat voor reden dan ook, dan zijn er altijd een tal van boeken welke uitleggen dat er mensen zijn die geen ethische beslissingen nemen, maar wel ‘s nachts gewoon goed slapen. Met andere woorden: zij maken zich geen zorgen om zakelijke beslissingen goed of slecht, we houden tenslotte privé en zakelijk gescheiden wordt er gesuggereerd. In een over het algemeen lineaire cultuur, waar Nederland volgens cultuur experts bij hoort (Lewis, 1996). In een cultuur waar privé en zakelijk samensmelten werkt het misschien wel weer volledig anders, deze culturen worden gezien als Multi actief. Het interessante is dat verhalen waarbij veel onethische dingen aan het licht komen, zoals het boek ‘Dit kan niet waar zijn’ geschreven door journalist Joris Luyendijk, vele malen beter wordt verkocht als geschriften gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, oftewel: smullen we niet stiekem van verhalen van de drama van andere mensen? Wat zij elkaar wel allemaal niet aandoen? Het makkelijkste is dan om met je vinger naar hen te wijzen en kritiek te geven op hoe slecht deze mensen wel niet zijn. Maar wees eens eerlijk; zien deze mensen er echt zo anders uit dan jou en mij? Herken je ze op straat en zijn wij veel beter of zouden we meegaan als we in eenzelfde cultuur of industrie werkzaam zijn? Van het gerespecteerde vak als advocaat schijnt het als vrouw nog steeds lastig te zijn als je na je zwangerschap minder wilt gaan werken en worden je kansen om partner te worden binnen de Firm aanzienlijk kleiner, terwijl dit beroep naar de wet zou moeten oordelen en aan zou moeten geven wat goed en slecht is volgens het Nederlands grondwet? Het liedje van OMC komt gelijk bij mij op “How bizarre, how bizarre”. Boeken gebaseerd op wetenschappelijke feiten zijn dan misschien net iets te confronterend, maar kunnen ons misschien sneller laten inzien hoe wij onszelf kunnen gaan of behoren te gedragen om geschikte, ethische leiders te zijn. Toch lezen boeken over alleen zelfreflectie lang niet zo prettig weg als boeken over fouten dingen. Zolang we met zijn allen onze eigen, onethische manieren van zowel leiderschap als onze algemene manier van denken zullen ontkennen en daarmee vertikken om dit als individu aan te pakken, zal het mij benieuwen wanneer de volgende ‘sorry’ weer zal klinken op de Nederlandse TV of sneller noch door social media op onze mobiele telefoon wordt verspreid.
Met dank aan Edgar Karssing en mijn mede studenten van Nyenrode.

Bibliografie
Bregman , R. (2019). De meeste mensen deugen . Amsterdam : Coorespondent .
Gandhi Literature. (2015). Opgehaald van Gandhi Sevagram Ashram : https://www.gandhiashramsevagram.org/gandhi-literature/gandhi-letter-to-adolf-hitler.php
https://www.theguardian.com/culture/interactive/2013/oct/12/mohandas-gandhi-adolf-hitler-letter. (1939, October 12). Mohandas Gandhi’s letter to Adolf Hitler . Opgehaald van The Guardian .
Karssing , E. (2011). De oplossing is het probleem niet. Rotterdam : Nederlands Compliance Instituut .
Luyendijk , J. (2017). Dit kan niet waar zijn . Amsterdam : Atlas Contact .
OMC (1995). How Bizarre. Polydor , United Kingdom .